Dat is een belangrijk uitgangspunt van burgerberaden. Of het nu gaat om een wijk, gemeente, provincie of land. Gemeentelijke participatieprofessionals hebben de afgelopen jaren ervaring opgedaan met het streven naar een representatieve deelnemersgroep in een burgerberaad. In deze blog delen we vier lessen op basis van hun ervaringen, met als doel dat er in het ontwerp en de uitvoering van toekomstige burgerberaden nóg bewustere keuzes worden gemaakt.
Les 1: Sta voor je burgerberaad, maar vermijd oneliners over representativiteit
Uit gesprekken met participatieprofessionals uit verschillende gemeenten blijkt dat zij goed nagedacht hebben over het streven naar een representatieve deelnemersgroep. Zij vinden het belangrijk dat de deelnemers een afspiegeling vormen van de gemeentelijke bevolking, omdat ze willen dat bewoners zich kunnen herkennen in de deelnemersgroep en daarmee hopelijk ook in de adviezen van het burgerberaad.
In het lotingsproces maken participatieprofessionals weloverwogen keuzes, bijvoorbeeld over waarom ze wel loten op geslacht, leeftijd, wijk en opleiding, en niet op opvattingen en culturele achtergrond. Professionals zijn veelal trots op het resultaat. Ze zien dat de deelnemersgroep op verschillende kenmerken een afspiegeling vormt van de lokale samenleving en dat er op andere kenmerken meer diversiteit is bereikt dan in eerdere participatieprocessen.
In de verantwoording naar de politiek en samenleving benadrukken gemeenten soms het representatieve karakter van de deelnemersgroep. Dat is begrijpelijk, maar het is belangrijk om hier een genuanceerd verhaal bij te vertellen. Participatieprofessionals zelf geven aan dat je hooguit kunt stellen dat de deelnemers representatief zijn op de kenmerken waarop is uitgevraagd. ‘Je kunt niet zeggen: het is representatief op alles of voor de hele stad.’ Hoewel oneliners over representativiteit verleidelijk zijn, is zorgvuldigheid hierin geboden, omdat het je anders bij kritische opmerkingen in een lastige positie brengt.
Les 2: Als representativiteit niet lukt, streef dan wel naar zo veel mogelijk diversiteit
Representativiteit lijkt bij burgerberaden vaak de heilige graal. Soms is het streven naar een perfecte afspiegeling van de gemeentelijke bevolking echter een beperking in het bredere streven naar diversiteit. Zo maken participatieprofessionals in veel gevallen geen gebruik van vragen over opvattingen ten aanzien van het vraagstuk, omdat de antwoorden op deze vragen niet kunnen worden vergeleken met cijfers over de lokale bevolking als geheel. ‘Je weet niet hoe dit verdeeld is in de algehele populatie, dus je kunt daar nooit op sturen qua representativiteit’, zegt een professional.
Als representativiteit niet mogelijk is, kun je nog wel streven naar zo veel mogelijk diversiteit. Je kunt er bijvoorbeeld voor proberen te zorgen dat er over een vraagstuk als duurzaamheid voldoende variatie is in de opvattingen van deelnemers (positief, negatief, neutraal), zonder dat dit een precieze afspiegeling hoeft te zijn van hoe die meningen in de populatie verdeeld zijn. Als je dat niet doet, en je laat het streven naar diversiteit los omdat representativiteit niet haalbaar is, dan wordt ‘perfectie de vijand van het goede’.
Les 3: Ga verdeeldheid niet uit de weg en selecteer op opvattingen
Selectie op houding ten aanzien van het vraagstuk is nog niet zo gebruikelijk bij burgerberaden als selectie op demografische kenmerken. Deels omdat het streven naar representativiteit daar niet altijd mogelijk is, maar ook omdat participatieprofessionals er vaak van uitgaan dat met de selectie op wijken ook diversiteit naar opvattingen meekomt. Dit blijkt echter niet altijd voldoende het geval, omdat in wijken die divers samengesteld zijn vaak toch de mensen die lijken op de zogenaamde ‘usual suspects’ (theoretisch opgeleid, man en wit) eerder geneigd zijn om zich aan te melden voor deelname.
Vergeleken met het selecteren op culturele of migratieachtergrond ligt het selecteren op opvattingen minder gevoelig. En de vertegenwoordiging van verschillende meningen is misschien wel het belangrijkste punt waarop de legitimiteit van een burgerberaad wordt beoordeeld, zowel door de deelnemers als het bredere publiek. Het is daarom aan te raden om opvattingen mee te nemen in de loting, zoals dat bij sommige burgerberaden al is gedaan. Burgerberaden worden vaak ingezet voor complexe vraagstukken waarvan we weten dat de meningen hierover sterk verdeeld zijn. Die verdeeldheid kan tijdens een burgerberaad beter tot uitdrukking komen dan bedekt worden.
Eefje Cuppen, die onderzoek doet naar de representatie van verschillende opvattingen in burgerparticipatie, vindt dat het in burgerberaden best mag – en misschien zelfs moet – schuren. ‘Conflict wordt voornamelijk gezien als lastige weerstand of “gedoe” dat je wilt voorkomen en indien nodig oplossen. Maar het kan juist waardevol zijn om het conflict op te zoeken!’
Les 4: Focus niet alleen op diversiteit, maar vooral ook op inclusiviteit
Goed nadenken over de gewenste samenstelling van een burgerberaad is belangrijk. Maar minstens zo belangrijk is hoe je vervolgens met die deelnemersgroep omgaat. De diverse samenstelling op demografische kenmerken en op opvattingen moet je ondersteunen en benutten. Kan iedereen die zich aanmeldt ook volwaardig deelnemen, ongeacht bijvoorbeeld opleiding of taalbeheersing?
Dit vraagt om aandacht voor hoe inclusief burgerberaden zijn. Zoals een participatieprofessional zegt: ‘Kunnen we de laagdrempeligheid die we beloven in de uitnodigingsbrief eigenlijk wel waarmaken in de praktijk?’ Bij het streven naar inclusiviteit gaat het bijvoorbeeld om een goed bereikbare en begaanbare locatie (letterlijk zonder drempels), variatie aanbrengen in werkvormen (niet alleen discussiëren) en de inzet van tolken voor deelnemers die de Nederlandse taal niet machtig zijn. In vervolgonderzoek gaan we in op de vraag hoe je van een divers samengesteld burgerberaad ook een inclusief burgerberaad maakt waaraan iedereen zo gelijkwaardig mogelijk kan deelnemen.
De bevindingen uit deze blog zijn gebaseerd op de longread ‘Burgerberaden zijn diverser dan je denkt, maar vermijd oneliners over representativiteit’. Onderaan de pagina bij toegevoegde bestanden is de longread te lezen.
Deze blog is geschreven door Marianne van Bochove, in samenspraak met de consortiumpartners van het leernetwerk Christine Bleijenberg, Juliet van Viersen, Hasse van der Veen, Jikke Eikelboom (De Haagse Hogeschool), Reint Jan Renes, Danique Bredenoort, Gertjan de Groot, Rosa Koetsenruijter en Bob Knoester (Hogeschool van Amsterdam).
Het onderzoeksthema ‘loting en representatie’ maakt onderdeel uit van het meerjarig SIA-gesubsidieerd onderzoek ‘Duurzame burgerberaden: ontwerpprincipes voor professionals’.