Een diverse groep mensen binnenhalen, of het nu werknemers zijn of deelnemers aan een burgerberaad, is stap één. Maar als dat gelukt is, hoe zorg je er dan voor dat mensen met verschillende achtergronden en opvattingen zich ook thuis en gehoord voelen? Met andere woorden: hoe zorg je voor inclusie?
Over die vraag gingen we tijdens een leernetwerkbijeenkomst in gesprek met participatieprofessionals die zich bezighouden met het organiseren van burgerberaden. Samen ervoeren we verschillende werkvormen en ondersteuningsmiddelen die vaak worden ingezet voor inclusieve participatie. Welke inzichten dat opleverde lees je in deze blog.
Je wordt uitgenodigd voor het feestje, maar mag je ook meebeslissen over de muziek?
Eerst nog even over de term ‘inclusie’. Wat is het en waarom is het belangrijk in burgerparticipatie? De auteurs van het boek De inclusiemarathon gebruiken een metafoor om het verschil tussen diversiteit en inclusie duidelijk te maken (Bouchallikht & Papaikonomou, 2021). Als diversiteit betekent uitgenodigd worden voor een feestje, dan gaat inclusie over de vraag of je eenmaal op dat feestje ook wordt gevraagd om mee te dansen. Of, beter nog, mag meebeslissen over de muziek waarop gedanst wordt.
De Snelstudie Participatie en Inclusiviteit noemt twee perspectieven op de vraag waarom het streven naar inclusie belangrijk is in participatieprocessen (Kennisknooppunt Participatie, 2021). Vanuit democratisch perspectief is het belangrijk dat mensen het gevoel hebben dat zij ertoe doen en dat ze mee kunnen doen, ongeacht hun maatschappelijke positie of opvattingen. Vanuit instrumenteel perspectief draagt inclusieve participatie bij aan draagvlak voor besluiten en aan betere en innovatievere besluiten. Als je mensen met verschillende perspectieven bij elkaar zet en iedereen kan gelijkwaardig meedoen, dan ontstaan er nieuwe oplossingsrichtingen.
Aan de slag met grootste uitdagingen
Deze argumenten hoorden we ook vaak van participatieprofessionals in gesprekken over waarom het belangrijk is dat een burgerberaad een zo goed mogelijke afspiegeling van de samenleving vormt (Van Bochove, 2025). Je wilt net als in de ‘echte’ wereld dat er mensen meedoen die van elkaar verschillen in bijvoorbeeld leeftijd, gender, opleiding, beperkingen, culturele achtergrond en taal. Om ervoor te zorgen dat mensen met al deze verschillende achtergronden en perspectieven gelijkwaardig mee kunnen doen, is het belangrijk dat er zo min mogelijk drempels zijn. Dat gaat over de fysieke ruimte: is het rolstoeltoegankelijk? Maar bijvoorbeeld ook over taal: is er ondersteuning voor mensen die niet-Nederlandstalig zijn, en voor mensen die minder ‘talig’ zijn?
Participatieprofessionals hebben al de nodige ervaring opgedaan met het streven naar inclusiviteit in burgerberaden. Maar ze worstelen ermee, zo gaven verschillende professionals voorafgaand aan de leernetwerkbijeenkomst aan. Om hier samen verder mee te komen, vroegen we de professionals tijdens de bijeenkomst in beraad te gaan over hun grootste uitdagingen op het gebied van inclusie. Als werkvorm kozen we situaties die ook in burgerberaden vaak voorkomen: een groepje met een creatieve werkvorm (Lego) om het minder talig te maken en een groepje waarin een niet-Nederlandstalige deelnemer ondersteund wordt door een buddy.
Het klinkt misschien wat ongemakkelijk, zo’n nagespeeld stukje burgerberaad. En dat was het voor sommigen ook wel. Maar juist dat ongemak leverde ook weer interessante inzichten op.
Discussiëren, kijkend naar Legoblokjes op tafel
Op de tafel lagen Lego-blokjes en -poppetjes. ‘Hoe zullen we het aanpakken?’, vroeg een van de professionals. ‘Zullen we een rondje maken wat voor iedereen de belangrijkste uitdaging is op het gebied van inclusie, en daarna bouwen?’ De andere deelnemers stemden in. Er volgde een boeiende discussie over situaties waarin inclusie een rol speelt tijdens burgerberaden.
Wat opviel: de Lego bleef onaangeroerd op tafel liggen. Terwijl het idee was om de werkvorm minder talig te maken – niet alleen praten maar vooral ook doen – werd het nu een ‘gewone’ discussie. Pas toen een van de onderzoekers dit opmerkte, pakten de deelnemers de Lego erbij. Ze zagen allemaal verschillen tussen de poppetjes. Het gaat niet alleen om het verschil in taal of beperking, zoals een professional zei: ‘Als ik er zo naar kijk, dan geeft het me wel een ander begrip van wat de uitdaging is, het gaat om gelijkwaardigheid. Je bent allemáál verschillend, hoe kun je dan toch op een goede manier allemaal meedoen?’ Een andere professional, degene die voorstelde eerst het rondje te maken, zei na afloop: ‘Ik voel hier heel weinig bij, ik ga liever praten of schrijven.’
Wat kunnen we leren van dit kleine Lego-experiment? Ten eerste, een creatieve werkvorm doorbreekt niet automatisch dominante voorkeuren en patronen. Zonder goede begeleiding kan het toch weer talig worden. Bovendien zagen we eerder al in onderzoek dat mensen die stiller zijn bij talige werkvormen niet vanzelf het voortouw nemen bij een creatieve werkvorm (Van Viersen & Bleijenberg, 2025). Ten tweede, bij burgerberaden volgt iedereen meestal hetzelfde programma. Een ronde praten, een ronde tekenen. Het zou goed zijn om meer variatie aan te bieden en deelnemers zelf te laten kiezen voor wat bij hen past.
.png)
Foto: Rosa Koetsenruijter
Vertalen vertraagt, maar voor sommigen is dat juist prettig
Van tevoren waren veel professionals positief over het idee van een buddy. Iemand die ook deelneemt aan het burgerberaad, maar tegelijkertijd vertaalt voor een andere deelnemer die de Nederlandse taal niet (helemaal) machtig is. Maar door dit zelf te ervaren, veranderden meerdere professionals van mening.
Een van de professionals, die ook trainingsacteur is, speelde een Duitstalige deelnemer. We vroegen of een andere professional als buddy kon fungeren, en een deelnemer die ook goed Duits sprak bood zich aan. Tijdens de reflectie op de werkvorm gaf de buddy aan dat zij het lastig vond om zelf deel te nemen aan het gesprek en haar perspectief in te brengen, omdat het vertalen veel tijd en aandacht in beslag nam. De ‘Duitstalige’ deelnemer zei dat zij zich tijdens het gesprek bezwaard voelde tegenover de groep, omdat het vertalen door de buddy het gesprek vertraagde. En dat ze naar aanleiding van deze ervaring wel twee keer zou nadenken voordat ze in een burgerberaad weer met taalbuddy's zou werken.
Maar er was ook een ander perspectief. Een andere professional zei dat ze het vertragen van het gesprek juist prettig vond, omdat ze daardoor wat extra tijd kreeg om na te denken voor ze wat inbracht. Dit zette de groep aan het denken, want wie bepaalt eigenlijk het tempo? Een professional merkte op: ‘Met een buddy erbij vinden we het gesprek al gauw te traag gaan, maar het is ook maar net wat je eigen norm is van snel of langzaam.’ Kortdurende werkvormen wisselen elkaar snel af bij burgerberaden, maar dat is niet voor iedereen prettig. Het vertragen van gesprekken kan leiden tot meer inclusiviteit en een beter gesprek. Het kan introverte deelnemers, deelnemers voor wie Nederlands niet de eerste taal is en minder talig ingestelde deelnemers helpen bij het zorgvuldig formuleren van een antwoord; zij voelen zich minder onder druk gezet om direct iets in te brengen.
In de reflectie na afloop ging het ook over cultuurverschillen in de manier waarop we gesprekken voeren. Dat kan gaan over snelheid, maar ook over hoe uitgesproken of voorzichtig deelnemers zijn in het geven van hun mening. Het gaat vaak over subtiele, onzichtbare aspecten die grote invloed kunnen hebben op de ervaren inclusiviteit. Het feit dat een gesprek in een gedeelde taal plaatsvindt, betekent niet automatisch dat deelnemers elkaar ook daadwerkelijk begrijpen (Devjak et al., 2023). Het is waardevol om gespreksleiders te trainen op deze minder zichtbare aspecten van interculturele communicatie.
De waarde van het zelf ervaren
Het doel van de bijeenkomst van het leernetwerk was om uitdagingen te identificeren en vervolgens oplossingen en tips uit te wisselen. In de praktijk verschoof het gesprek meer naar reflecteren, niet alleen op wat verschillende deelnemers nodig hebben, maar ook op de rol van participatieprofessionals en de gemeenten of provincies waar zij werken. Zo merkte een professional op: ‘Het werkveld van ambtenaren die met participatie bezig zijn is niet superdivers: we zijn vooral wit, talig en hoogopgeleid. We hebben blinde vlekken.’
Bij het vormgeven van participatie blijven eigen voorkeuren vaak impliciet. Het is daarom essentieel om de buitenwereld actief naar binnen te halen, om vraagstukken vanuit verschillende perspectieven te bekijken en verschillen ook zelf te ervaren. De participatieprofessionals waren het met elkaar eens dat omgaan met verschillen lastig kan zijn. Volgens hen zou het goed zijn om deelnemers voorafgaand aan een burgerberaad mee te geven dat er mensen met verschillende behoeften en voorkeuren meedoen en dat wat voor de een passend is, voor de ander soms minder fijn is. Hun boodschap: bespreek bij de start dat het kan, en waarschijnlijk ook zal, wrijven. De belangrijkste conclusie van de bijeenkomst was voor veel van de professionals dat het zelf ervaren van deze uitdagingen nieuwe inzichten oplevert. Dat maakt het een waardevolle oefening om vaker te doen.
Deze blog is geschreven door Marianne van Bochove en Juliet van Viersen, in samenspraak met de consortiumpartners van het leernetwerk Christine Bleijenberg, Hasse van der Veen, Jikke Eikelboom (De Haagse Hogeschool), Reint Jan Renes, Danique Bredenoort, Romi de Jong, Gertjan de Groot, Rosa Koetsenruijter en Bob Knoester (Hogeschool van Amsterdam).
Het onderzoeksthema ‘inclusie’ maakt onderdeel uit van het meerjarig SIA-gesubsidieerd onderzoek ‘Duurzame burgerberaden: ontwerpprincipes voor professionals’.
Literatuur
Bouchallikht, K., & Papaikonomou, Z. (2021). De inclusiemarathon: over diversiteit en gelijkwaardigheid op de werkvloer. Amsterdam University Press.
Devjak, I., Sabidussi, A., Bezcioğlu-Göktolga, I., & Smeets, R. (2023). Intercultural Communication: Hampering and Facilitating Factors in International Business. Journal of Intercultural Management, 15(2), 21-44.
Kennisknooppunt Participatie (2021). Snelstudie Participatie en inclusiviteit. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Van Bochove, M. (2025). Burgerberaden zijn diverser dan je denkt, maar vermijd oneliners over representativiteit. De Haagse Hogeschool.
Van Viersen, J., & C. Bleijenberg (2025). Evaluatieonderzoek deelnemers
Burgerberaad Schone Stad Amsterdam 2024. De Haagse Hogeschool.