Hoofdmenu

Transcript | Op de stoel van de bestuurder (Sebastiaan van Niele)

Liesbeth (voice-over): Welkom bij Participatiepraat. In deze podcast ga ik, Liesbeth Rasker, praten met participatieprofessionals, bestuurders en ambtenaren. Ze zijn betrokken omdat ze allemaal, vanuit een andere rol, betere plannen en beter uitvoerbaar beleid willen maken. In deze podcast geven ze een kijkje achter de schermen van een participatieproject waar ze bij betrokken waren. Ze delen hun successen maar ook de uitdagingen die ze zijn tegengekomen. Want, goede participatie plannen en uitvoeren, dat is nog niet zo eenvoudig.

Hoe zorg je voor onderling vertrouwen? Hoe maak je participatie toegankelijk voor zoveel mogelijk mensen? En hoe zorg je ervoor dat de inbreng van burgers écht een verschil maakt?

Deze aflevering spreek ik met Sebastiaan van Niele. Sebastiaan is projectleider Stelseloptimalisatie Medische Rijgeschiktheid. Voor dit project werd een burgerconsultatie gedaan aan de hand van de Participatieve Waarde Evaluatiemethode. Een relatief nieuwe methode die Sebastiaan met veel succes heeft ingezet. Sebastiaan geeft ons een kijkje achter de schermen.

Liesbeth: Sebastiaan wat fijn dat je hier tegenover me komt zitten. We gaan het vandaag hebben over participatie. Kan je even vertellen wat je functie is om te beginnen?

Sebastiaan: Ja, ik ben dus Sebastiaan en ik werk voor de afdeling verkeersveiligheid op het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en daar hou ik me bezig met het onderwerp medische rijgeschiktheid en vorig jaar ben ik projectleider geweest van het optimalisatietraject medische rijgeschiktheid.

Liesbeth: Daar gaan we het sowieso nog meer over hebben, maar kun je eerst heel even medische rijgeschiktheid uitleggen? Waar hebben we het dan over?

Sebastiaan: Ja, dat klinkt natuurlijk als een moeilijk ambtelijk woord, medische rijgeschiktheid, maar eigenlijk betekent het gewoon de vraag of je geschikt bent om te kunnen autorijden, wat het woord eigenlijk al zegt, en of je misschien een aandoening hebt of medicatie gebruikt waardoor het misschien minder handig is om te gaan autorijden. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je minder goed ziet of dat je misschien minder goed reageert door een bepaald pilletje wat je genomen hebt en dan is het toch minder verstandig om te gaan autorijden of misschien dat je onder bepaalde voorwaarden maar kan autorijden.

Liesbeth: En wat is er aan de hand met deze medische rijgeschiktheid? Of wat was er aan de hand?

Sebastiaan: Ja, wat was er aan de hand? Dat is inderdaad misschien een goede vraag om mee te beginnen. Waarom we dus ook dat traject zijn gaan doen. Want er zijn in het verleden problemen geweest bij het CBR. Mensen moesten lang wachten voordat ze voor de medische keuring konden komen dus je moest ook lang wachten op een rijbewijs soms en dat was natuurlijk een hele onwenselijke situatie. Daar zijn ook vragen over gesteld in de Tweede Kamer.

Liesbeth: Ja en wanneer speelde dit?

Sebastiaan: Ongeveer rond 2018/2019. Eigenlijk was de reden dus dat het CBR gewoon problemen had in de bedrijfsvoering. Ze hadden een nieuw computersysteem. Ze waren bezig met een reorganisatie en dat leidde gewoon tot lange wachttijden en dat was heel vervelend voor mensen.

Liesbeth: Er werden in ieder geval Kamervragen over gesteld, want de problemen liepen dusdanig hoog op.

Sebastiaan: Ja en toen is er dus een onderzoek gedaan. Het onderzoek is in 2020 gereed geworden. Dat is ook naar de Kamer toegestuurd door de minister van Infrastructuur en Waterstaat en tegen die tijd waren de problemen eigenlijk bij het CBR in ieder geval, ze werden opgelost om het maar zo te zeggen. Het ging echt heel erg de goede kant op met het CBR. Het CBR had eigenlijk oplossingen gevonden voor de problemen die eerder speelden.

Liesbeth: Zelf al, dus zonder verdere inbreng van jullie.

Sebastiaan: Ja inderdaad. De minister heeft dat ook wel aangegeven dat het wel interessant is om te kijken naar dat rapport, om serieus naar de conclusies te kijken. Het is toch wel interessant als we nog wel wat kunnen verbeteren aan het stelsel medische rijgeschiktheid, want wie weet kunnen we het dan nog beter doen. Nog meer risico gestuurd zoals wij dat vaak willen. Wat we met risico gestuurd bedoelen is eigenlijk dat we zo gericht als mogelijk met een maatregel willen komen zodat we de daadwerkelijke risico’s voorkomen en niet onnodig veel mensen belasten met een maatregel, want dat is natuurlijk niet risico gestuurd. Dat was ook de conclusie van het rapport, dat het huidige stelsel best wel risico gestuurd is, maar dat er een aantal aanbevelingen mogelijk zijn en zij hebben dus een aantal tips gegeven van wat je zoal zou kunnen doen.

Liesbeth: Kan je daar een paar kleine voorbeelden van geven, wat voor aanbevelingen komen er uit zo’n rapport?

Sebastiaan: Ja daar kan ik wel een aantal van noemen. Bijvoorbeeld wat ze hebben gezegd is dat die 75+ leeftijdskeuring dat je die misschien zou kunnen afschaffen en daarvoor in de plaats misschien een vorm van periodiek screenen kan invoeren dus iedereen in Nederland gaat vragen, één keer in de zoveel tijd, hoe de medische stand van zaken is. Ook hebben ze aangegeven dat je misschien zou moeten overwegen om een wettelijke meldplicht voor de bestuurder zou moeten instellen. Dus dat betekent dat je verplicht wordt als je een rijbewijs hebt om je te melden als je een bepaalde aandoening hebt in plaats van dat je je mag melden. Nu is de situatie zo dat je je mag melden bij het CBR als je twijfelt over je gezondheidstoestand, dat noemen we eigenlijk een morele meldplicht. Ook gaven ze aan dat je misschien een andere rol voor de eigen arts zou kunnen kiezen, omdat de eigen arts misschien heel veel weet over de patiënt en dat wel heel nuttig kan zijn voor de verkeersveiligheid.

Liesbeth: Ja best duidelijke aanbevelingen ook toch?

Sebastiaan: Ja maar wat nog wel vaag was: hoe ziet dat nou concreet eruit, die maatregelen? Hoe moet je dat dan echt gaan invoeren, want er waren suggesties maar nog niet helemaal uitgewerkt. Sommige suggesties kon je ook nog op verschillende manier uitwerken dus toen heeft de minister gezegd van: “om goed te kunnen beoordelen of het haalbaar is, of er draagvlak is en of het uitvoerbaar is, moet je het eigenlijk eerst nog wat meer uitwerken en daarbij wil ik ook eigenlijk de hele samenleving betrekken. Ik wil een maatschappelijke consultatie zoals ze dat dan mooi noemen”.

Liesbeth: Dit is waar de participatie om de hoek komt kijken.

Sebastiaan: Inderdaad, dat wilde de minister nadrukkelijk dus daar zijn we in 2021 mee gestart.

Liesbeth: En waarom is het dan juist bij dit onderwerp zo belangrijk dat die burgerparticipatie een rol kreeg?

Sebastiaan: Omdat denk ik, heel veel mensen raakt het toch wel echt, dat rijbewijs. Het is voor veel mensen echt belangrijk. Het is een manier om mee te doen in de samenleving, om te kunnen werken. Of, als je wat ouder bent, misschien om naar de kleinkinderen te kunnen, om boodschappen te doen. Als je dat niet meer hebt dan wordt jouw wereld meteen een stukje kleiner en dat kan hele vergaande gevolgen hebben, ook voor je inkomsten als je je werk misschien niet meer kunt doen. Dus vandaar dat het heel belangrijk is om te luisteren naar iedereen als je daar een verandering wil doorvoeren.

Liesbeth: Ja en bij die aanbevelingen wordt daar in principe niet per se rekening mee gehouden? Dat gaat gewoon puur alleen om hoe kunnen we het probleem zo efficiënt mogelijk oplossen?

Sebastiaan: Nou er is dus wel degelijk door dat onderzoeksbureau gekeken naar hoe bepaalde partijen ernaar keken, maar je wilt toch dat als je echt concrete maatregelen gaat invoeren, je echt iedereen hebt betrokken en wij hebben in dat optimalisatietraject zowel alle organisaties betrokken, maar ook de mensen in Nederland. En dat laatste dat is denk ik ook echt een meerwaarde van wat we hebben gedaan vorig jaar, door echt heel uitgebreid te luisteren naar hoe de mensen in Nederland er over denken.

Liesbeth: In deze serie behandelen we elke aflevering verschillende succesfactoren van participatie en deze keer zijn dat twee factoren die allebei over dat plan gaan. Dus ten eerste is er een aanpak van participatie opgeschreven in een plan en dat plan is met inbreng van stakeholders opgesteld. Hoe hebben jullie dit plan opgesteld in eerste instantie?

Sebastiaan: Nou ik zou het niet echt een participatieplan noemen, maar wat we eigenlijk hebben gedaan en meteen aan het begin van het traject, hebben wij een soort van ontwerpsessies georganiseerd en die ontwerpsessies hadden eigenlijk als doel om samen te bepalen van: hoe beïnvloedt eigenlijk het stelsel jullie en jullie achterban. Wat zijn nou eigenlijk de gevolgen van het stelsel op dit moment voor jullie en anderzijds hebben ze ook al gevraagd, meteen aan de voorkant dus, van wat vinden jullie nou slimme oplossingen die we ook kunnen meenemen in dit traject. We hebben enerzijds gevraagd om dat te doen aan de hand van die aanbevelingen van dat onderzoeksbureau en we hebben ze ook gevraagd om vanuit verschillende perspectieven oplossingen aan te dragen. Dus we hebben ze een beetje proberen uit te dagen tijdens die sessies en hebben gezegd van: nou denk ik nou eens heel erg vanuit de eigen verantwoordelijkheid van de burger, wat zouden dan slimme oplossingen zijn? En we hebben ze ook gevraagd: stel nou als overheid een hele sturende rol zou innemen, wat zouden dan slimme oplossingen zijn? Omdat dat een beetje de balans in dit onderwerp is. Enerzijds de eigen verantwoordelijkheid van de burger, dus de burger die zelf ervoor zorgt dat ie veilig gaat autorijden en anderzijds de overheid die juist iedereen aan het controleren is, aan het kijken is of iedereen wel veilig aan het verkeer kan deelnemen en dat zijn twee uitersten een beetje en wij hebben dat gevraagd aan ze. Dat heeft dus allerlei opties opgeleverd en die opties hebben we ook allemaal meegenomen weer in het vervolg, in de nationale raadpleging die we daarna hebben georganiseerd.

Liesbeth (voice-over): Voor dit participatieproject is er goed nagedacht over inclusiviteit. Maar waarom is het nou zo belangrijk om inclusieve participatieprocessen te hebben? En op welke manier kunnen we een participatieproces inclusiever maken? Elke aflevering kijken we naar 1 van de publicaties van het kennisknooppunt participatie. Zij hebben allerlei handreikingen en snelstudies gepubliceerd waarmee je jouw volgende project tot een groot succes kunt maken. Elke aflevering kijken we naar 1 van die publicaties, met deze keer de snelstudie ‘Participatie en inclusiviteit’. Veel burgers willen invloed uitoefenen op besluitvorming en zijn bereid om te participeren, maar lang niet allemaal. Sommige burgers hebben daar geen behoefte aan of zijn überhaupt niet in staat om te participeren. In elk participatieproject is er daarom sprake van in- en uitsluiting. Het is goed om hiervan bewust te zijn zodat je actief aan de slag kan met het inclusiever maken van je participatieproject.

Als we het hebben over inclusiviteit bij participatie, dan denken we vaak meteen aan inclusiviteit bij het proces. Konden alle burgers participeren? Was de werkvorm toegankelijk voor verschillende groepen? Maar er is ook nog een tweede vorm, namelijk inclusiviteit bij de uitkomst. Het is belangrijk om er op te letten dat de uitkomst niet alleen gunstig uitpakt voor de participanten maar juist voor alle groepen, ook die groepen die niet participeren. Een inclusief proces is daarmee niet garantie voor een inclusieve uitkomst. Het is belangrijk om deze beiden vormen van inclusiviteit in de gaten te houden. Dus het is belangrijk om je participatieproject zo inclusief mogelijk te maken. Gelukkig hebben wij daar ook wat praktische tips voor. Zo is het bijvoorbeeld slim om verschillende participatie-instrumenten en werkvormen in te zetten. De een wil meedoen in een adviesraad en de andere wil liever anoniem een online enquête in te vullen. Door deze vormen te mixen bereik je een divers publiek. Ook is het belangrijk dat je als organisator van participatie een goede houding aanneemt. Een houding die inclusiviteit aanmoedigt bestaat meestal uit openheid, bescheidenheid, kwetsbaarheid en gelijkwaardigheid. We noemen dit ook wel de genereuze grondhouding. Als organisator moet je je dus niet verheffen boven de deelnemer maar juist benadrukken hoe belangrijk de bijdrage van alle partijen is.  Zorg dan ook dat er ruimte is voor reflectie. Blijf niet vastzitten in kaders en methodes maar reflecteer met participanten op wat er gebeurt en gebruik de ervaringen om het proces te blijven verbeteren. Zo kun je gaandeweg bijsturen waar nodig en uitsluiting proberen te voorkomen.

Met deze praktische tips kun jij jouw volgende participatieproject zo inclusief mogelijk maken. Je kunt de tips uit deze snelstudie nog eens nalezen op kennisknooppuntparticipatie.nl/publicaties.

Liesbeth: Ja en hoe hebben jullie dat vervolgens gedaan, dan komen de burgers op een gegeven moment in beeld, wat dan? Dan heb je allemaal mensen om wie dit inderdaad gaat, hoe gaan jullie die goed betrekken, wat voor methode gebruik je dan?

Sebastiaan: Ja we hebben dus inderdaad eerst alle organisaties betrokken en die hebben we ook al aangegeven van we gaan met die nationale raadpleging komen straks, dus die opties die jullie nu noemen die gaan we zoveel mogelijk, als ze er dus enigszins in passen, meenemen. Daar hebben we er echt heel veel van meegenomen. En we hebben ze ook van tevoren de raadpleging laten zien en met ze doorgenomen. Zo van dit is de raadpleging die we willen gaan verspreiden. We hebben eigenlijk jullie hulp daarbij nodig want we willen eigenlijk mensen die het meest met het onderwerp te maken hebben, dat die de raadpleging ook gaan invullen, zodat we echt weten wat mensen ervan vinden. Dus we wilden eigenlijk een soort van dat we er allemaal hetzelfde over dachten, dat was ons streven wel. We hebben dus uiteindelijk een website gebouwd, of laten bouwen, wat eigenlijk een soort van vragenlijst is, maar wel een soort van slimme vragenlijst en in die zin dat je daarop al die maatregelen zag. Dan had je een soort van budgetje, een bepaald geldbedrag dat je ter beschikking had en dan kon je eigenlijk kiezen welke maatregelen je graag zou willen inzetten. Dan zag je metertjes lopen en op die metertjes zag je dan de gevolgen van die maatregelen voor bijvoorbeeld de verkeersveiligheid, wat het voor het CBR zou betekenen of wat het voor de portemonnee van de burger zou betekenen en ook het aantal verkeersdoden dat het naar schatting minder zou opleveren. Op die manier konden mensen dus echt een overwogen keuze maken. Of althans we probeerden ze echt de informatie mee te geven om echt een overwogen keuze te maken. Je zag ook wel, dat hebben we dan van het bureau later gehoord, dat mensen ook wel hun keus dan net wat anders hebben en gemaakt omdat ze die informatie kregen. Dat ze misschien zagen dat het maar 1 verkeersdode minder opleverde maar wel gigantische duur is, dus dat vonden we dan wel interessant om te horen. Maar die methode hebben we dus ingezet en dat heet de Participatieve Waarde Evaluatiemethode.

Liesbeth: Hoe hebben jullie die methode uiteindelijk ontwikkeld verder?

Sebastiaan: Ja we hebben dus de raadpleging ontwikkelt met een bureau dat een startup is van de TU Delft. Het heet Populytics. Zij zijn eigenlijk gespecialiseerd in Nederland in het inzetten van die methode, de Participatieve Waarde Evaluatie en met die methode probeer je eigenlijk de burger op de stoel van de bestuurder te zetten.

Liesbeth: Ja en ik begrijp dat dit een relatief nieuwe methode is, waarom hebben jullie voor deze gekozen?

Sebastiaan: Nou volgens mij is die dus inderdaad nog niet zoveel ingezet in Nederland. Wat we erg vonden aanspreken was dat je mensen echt goed informeert over de maatregelen dus heel transparant bent als overheid en ze dus op een hele eerlijke manier naar hun mening vraagt door ze alle informatie te geven die wij ook hebben en wij dachten dat je op die manier zo goed als mogelijk beeld krijgt van hoe mensen er over denken.

Liesbeth: En om hoeveel mensen gaat het? Hoeveel mensen hebben hieraan meegedaan?

Sebastiaan: Bijna 7000 mensen hebben de raadpleging ingevuld. Dat is een mooi aantal wat ons betreft. Dat is zo gekomen door de hulp van alle organisaties: de patiëntenorganisaties, de ouderenorganisaties.

Liesbeth: Die hebben de enquête verspreid?

Sebastiaan: Ja die hebben de enquête verspreid en daarnaast is een deel van de groep ook een representatief panel.

Liesbeth: Is het niet zo, mijn vader is bijvoorbeeld 78, die zou zich al niet al te veel raad weten met een online enquête. Hoe bereik je dan ook die stuk oudere doelgroep die misschien nog niet zo tech-savvy is en met zo’n enquête niet zoveel kan?

Sebastiaan: Nou het is ook best wel door veel ouderen ingevuld dus daar zijn we ook blij mee, maar we hebben daar wel van tevoren ook over nagedacht, hoe we ook de oudere mensen in Nederland bereiken. Wat we hebben gedaan om het toegankelijk te maken voor ouderen. We hebben een telefoonlijn beschikbaar gesteld die gebeld kon worden zodat je aan de telefoon dus kon deelnemen aan de raadpleging en ook om het toegankelijk te maken voor mensen die bijvoorbeeld laaggeletterd zijn, hebben we ook een speciale laaggelletterde versie van de raadpleging gemaakt. Dus de teksten waren op A2 niveau en we hebben ook gevraagd aan een organisatie die een panel heeft met laaggeletterden om die vereenvoudigde raadpleging te reviewen en ons tips te geven wat we nog zouden kunnen doen om die nog meer te verbeteren. En dat hebben we ook meegenomen en uiteindelijk is die vereenvoudigde versie van de raadpleging ook bijna 500 keer ingevuld.

Liesbeth: Wat is in jouw ervaring de motivatie voor mensen om eraan mee te doen?

Sebastiaan: Aan de raadpleging?

Liesbeth: Ja.

Sebastiaan: Nou ik denk dat veel mensen graag vanuit zichzelf willen meedoen, als ze te maken hebben met dit onderwerp. Omdat het kan ingrijpend zijn op je leven en daardoor heb je er automatisch een duidelijke mening over. En ik denk dat je dat graag wilt laten horen. En ik heb ook wel veel mensen gehoord in mijn directe omgeving die zeiden: nou het is ook wel een hele mooie manier om een keer je mening te mogen geven aan de overheid, dat hoor ik niet zo vaak dat je op zo’n manier bevraagd wordt, die kreeg ik ook wel terug uit mijn omgeving. Dat vond ik wel heel leuk om te horen natuurlijk.

Liesbeth: Ja dat snap ik. Jullie hebben uiteindelijk dus die raadpleging gedaan en daar kwam allerlei input uit. Wat doen jullie daar dan mee? Hoe kijken jullie daarnaar?

Sebastiaan: Nou daar is dus een rapport uitgekomen. Een heel dik rapport van dat bureau dat ons geholpen had bij de raadpleging en dat heeft ons echt hele interessante conclusies opgeleverd. We hebben echt ontzettend veel geleerd.

Liesbeth: Waren er conclusies die je echt niet had zien aankomen, die echt heel verrassend waren en kun je daar een voorbeeld van geven?

Sebastiaan: Wat ik best wel verrassend vond, want ik wist gewoon echt niet wat eruit zou komen, maar één van de opties was om de 75+ leeftijdskeuring af te schaffen en ik had toch wel het vermoeden dat die onder een deel van de bevolking toch wel populair zou zijn, vooral onder ouderen. Maar dat bleek niet zo te zijn. Mensen vonden dat eigenlijk een mooi vangnet en zelfs onder de ouderenpopulatie van de raadpleging was dat niet per se iets dat ze graag wilden afschaffen.  Dus dat vond ik een hele interessante. Een andere die ik niet zag aankomen, of tenminste vond ik een frappante conclusie, dat een groot deel van de mensen die hebben deelgenomen aan de raadpleging denkt dat de ander niet altijd eerlijk is over de gezondheid naar het CBR toe. Dus om het maar populair te zeggen, dat mensen misschien liegen. Dat vond ik wel een interessante en ook iets wat ik dus nog niet wist voor de raadpleging, is dat veel mensen voor best wel sturende maatregelen vanuit de overheid zijn. Dus mensen zijn een voorstander met grote percentages voor een meldplicht voor de bestuurder. Ook een meldplicht voor de arts was een populaire dus dat de arts verplicht is om een melding te doen bij het CBR als er bepaalde aandoeningen worden gediagnosticeerd en ook een verplichte vragenlijst bij het verlengen van het rijbewijs was een populaire maatregel. Dus het zijn wel allemaal conclusies waarvan ik niet van tevoren kon bedenken dat ze eruit zouden dus dat is wel echt van een meerwaarde.

Liesbeth: Wat dat betreft een groot succes. Maar er zijn ook vast dingen die wat minder goed gingen. Wat zou je met de kennis van nu anders hebben gedaan als je met de kennis van nu weer opnieuw aan dit traject zou beginnen?

Sebastiaan: Ja ik denk wat uitdagingen waren bij het maken van de raadpleging was dat het enerzijds heel veel werk kostte om het te maken want je moest heel veel informatie eigenlijk aan leveren om dat mogelijk te maken En ook nog een zorgen dat al die teksten voor iedereen toegankelijk waren. Dat was heel tijdrovend. En wat ook een uitdaging was is dat je een beeld moet geven van wat de effecten zijn van die maatregelen en sommige maatregelen zijn er nog niet dus daar hebben we ook nog geen onderzoek naar gedaan in de praktijk. En om dan iets te zeggen over de effecten dat was ook een uitdaging. Maar voor de rest ik zou dingen eigenlijk niet ander gedaan omdat ik eigenlijk gewoon heel blij ben met hoe dit gelopen is.

Liesbeth: Wat voor een terugkoppeling is er dan eigenlijk met de burgers die hebben meegedaan? Iedereen aan die kant is er heel blij mee, je hebt als burger alles ingevuld en meegedaan. Wat krijgt die nog te horen over het verloop van dit beleid?

Sebastiaan: Ja nou wat we hebben geprobeerd is iedereen na afloop op de hoogte te houden en dan vooral door de patiënten en de ouderenorganisaties uit te nodigen en die bij te praten. Eigenlijk gedurende het hele traject steeds informatiebijeenkomsten georganiseerd waarbij ze volop vragen konden stellen en wij steeds de informatie gaven die we op dat moment hadden. Zodat zij elke keer ook bijgepraat waren. En dat dan ook in nieuwsbrieven aan hun leden en achterban konden melden. Ook hebben we ervoor gekozen om zoveel mogelijk achtergrondstukken naar de Tweede Kamer te sturen dus in brieven die onze minister dan stuurt naar de Tweede Kamer om zoveel mogelijk achtergrondinformatie ook elke keer mee te sturen. Zodat iedereen die iets wilt weten over het onderwerp goed geïnformeerd is en heel goed weet waarom we bepaalde stappen zetten waarom bepaalde keuzes worden gemaakt.  En ja dat zijn eigenlijk de manieren waarop we dat vooral hebben gedaan. Misschien hadden we aan het eind eigenlijk het liefst iedereen ook nog wel persoonlijk een email willen sturen die aan de raadpleging had meegedaan. Maar dat kon uiteindelijk niet omdat op basis van de AVG die emailadressen niet bij ons bekend waren, want dat heeft het bureau gedaan.  En het bureau was verplicht die emailadressen al te verwijderen daardoor konden we helemaal aan het eind van het traject niet iedereen meer een email sturen.

Liesbeth: Heb je nog tips voor collega’s die luistern en die denken o ja ik wil toch ook wel een participatietraject gaan starten of ben daarin betrokken. Wat is jouw gouden advies?

Sebastiaan: Ja probeer gewoon aan het begin van je beleidsontwikkeling zoveel mogelijk iedereen te betrekken en naar iedereen vooral ook echt te luisteren en ook goed te horen van: nou wat zijn nou jouw zorgen? Wat speelt er nou voor jou? Om daar een heel goed beeld van te krijgen. En als je dan beleid gaat maken om heel helder te zijn. Aan de voorkant over hoe dat proces er uit gaat zien, dus de stappen heel herder naar iedereen communiceren. En je moet je daar dan ook aan houden dus betrouwbaar zijn tijdens het hele proces. Dus ik denk dat dat belangrijk is. En ook gaandeweg korte lijntjes houden en zoveel mogelijk iedereen blijven betrekken, dat iedereen het gevoel heeft van we zijn er ook echt samen mee bezig om mooi beleid te maken.

Liesbeth: Oké helder. Ik wil je graag bedanken voor je tijd en ook veel succes met volgende projecten.

Sebaastiaan: Dankjewel.

Rasker (voice-over): Sebastiaan heeft de tijd gekregen om de Participatieve Waarde Evaluatiemethode op een succesvolle manier in te zetten. Een inclusieve groep van 7000 burgers heeft daardoor hun zegje kunnen doen. Dit was Participatiepraat. Wil je nou meer weten over inclusiviteit bij participatie? Ga dan naar kennisknooppuntparticipatie.nl/publicaties en download daar de snelstudie ‘Participatie en inclusiviteit’.

Cookie-instellingen