Meer over Bewonersinitiatieven
Rond de energietransitie ontstonden veel nieuwe bewonersinitiatieven, waarin inwoners of lokale bedrijven de omslag naar duurzame energievormen steviger in eigen hand namen. Initiatiefnemers verzorgen uiteenlopende zaken zoals de bouw en exploitatie van een windmolen, de zoektocht naar andere mogelijkheden voor warmteopwekking en besparing, en het gezamenlijk opzetten van een zonne-energieproject op een school of bibliotheek. Een aantal voorlopers heeft zichzelf georganiseerd in warmtecoöperaties, zoals de Enerzjy Koöperaasje Garyp (EKG).
Het ontstaan van dergelijke initiatieven is niet los te zien van een bredere maatschappelijke ontwikkeling: al vanaf het begin van deze eeuw worden inwoners en maatschappelijke organisaties aangespoord om zich actief in te zetten ten behoeve van de samenleving. Van inwoners en (commerciële) bedrijven wordt niet langer verwacht dat zij enkel ‘consumeren’, maar ook dat zij meepraten en meedoen. Onderzoekers Lenos, Sturm en Vis (2006) zien deze aansporing als een onderdeel van een bredere ontwikkeling van participatie in Nederland. Volgens hen zijn er in de loop van de tijd drie generaties van burgerparticipatie in Nederland waar te nemen, waarvan het onderscheid voor het eerst door henzelf werd gemaakt. Belangrijk is dat de drie generaties elkaar niet opvolgen en vervangen, maar naast elkaar bestaan, zoals dit ook in families het geval kan zijn.
De eerste generatie burgerparticipatie ontstond grofweg in de jaren zeventig van de vorige eeuw. De steeds mondiger wordende burger wil meer inspraak in besluitvorming. In de wijkontwikkeling werd dit onder andere gevoed door het adagium ‘bouwen voor de buurt’. Dit wil zeggen dat bewoners invloed konden uitoefenen op het verloop van stadsvernieuwingsprojecten. In de praktijk schoot deze inspraakmogelijkheid echter vaak tekort: wanneer (al genomen) besluiten via een inspraakprocedure de leefwereld van de burgers bereikten, was er vaak maar beperkte ruimte voor aanpassingen: de belangrijkste beslissingen bleken al genomen. Als gevolg hiervan voelden burgers zich vele malen niet serieus genomen. Denk hierbij ook aan het Verkeerscirculatieplan in Groningen in de jaren zeventig (zie Venster Verkeerscirculatieplan) en de verhitte discussie-avonden in de gemeente Peel en Maas in de jaren tachtig (zie ook Venster Zelfsturing).
Sinds de jaren negentig kregen en namen bewoners steeds meer de mogelijkheid om eerder in de beleidsvorming te participeren. Dit heet de tweede generatie burgerparticipatie, waarin coproductie en interactieve beleidsvorming een belangrijkere rol spelen. Hierbij bleef de overheid nog steeds partij die bepaalt bij welke onderwerpen burgers aan de ontwerptafel mogen plaatsnemen en in welke rol. Op deze manier hoopten overheden een sterker draagvlak voor zijn beleid te creëren. Echter bleef dit voor veel burgers nog te abstract en te vrijblijvend om zich er druk over te maken. Zo ook in Peel en Maas: enerzijds wilden bewoners zelf de handen uit de mouwen steken, anderzijds moest er voor de realisatie van plannen ook nog steeds naar de gemeente worden gekeken.
De derde generatie burgerparticipatie is die van de zelforganiserende burger - burgers die initiatief nemen voor problemen in hun leef- en woonomgeving - en ontstaat aan het begin van deze eeuw. Aangemoedigd door onder meer het WRR rapport ‘Vertrouwen in de buurt’ uit 2005 worden bewoners uitgenodigd en ondersteund in het zelf opzetten van activiteiten en projecten in de wijk. Naast meedenken leveren bewoners vooral een bijdrage door te ‘doen’, waarbij de burger initieert, de overheid participeert. Burgers bepalen zelf waarvoor zij zich in het publieke domein willen inzetten en voeren zowel de regie op de inhoud als op het uitvoeringsproces. Hiervan is de EKG - die in Garyp overging tot de bouw van een zonnepark - een mooi voorbeeld.
Gemeenten maken geregeld dankbaar gebruik van de kennis en inbreng van deze bewonersinitiatieven. In het voorbeeld van de warmte-initiatieven zijn participerende inwoners vaak al geruime tijd actief op het gebied van energiebesparing (voorlichting, gezamenlijke inkoop) en/of de opwekking van duurzame energie. Zij hebben zodoende veel relevante kennis over de warmtetransitie, en komen hierdoor samen met gemeenten tot stevige en innovatieve resultaten.
Meer lezen