Zelfsturing gaat niet vanzelf
Bij zelfsturing draagt de overheid (publieke) taken over aan burgers, die hier vervolgens zelf verantwoordelijkheid voor nemen. Dit kan op het niveau van gemeenten, dorpen, kernen en wijken, maar ook binnen kleinere sociale verbanden zoals verenigingen, gezinnen of als individu. Zelfsturing gaat zelden vanzelf: overheden moeten meestal actief loslaten, stimuleren en steunen.
In het kort
Het gemeentebestuur van Peel en Maas moedigt bewoners aan zo veel mogelijk zelf het initiatief te nemen om (sociale) projecten op te zetten, eventueel samen met de gemeente. Zo krijgen de ‘dorpsoverleggen’ faciliteiten van de gemeente, maar zijn zij verder zelfstandig. De zelfsturing in de Limburgse gemeente Peel en Maas begon begin jaren 2000, met het gezamenlijk opstellen van leefbaarheidagenda’s voor de fysieke leefomgeving (zelfsturing 1.0). Vanaf 2003 kwamen daar ook sociale projecten bij en kwam de regie meer bij de bewoners te liggen (zelfsturing 2.0). Sinds 2017 wordt de financiële autonomie van de dorpskernen versterkt, zodat zij nog meer regie krijgen over projecten die tot dan toe behoorden tot het domein van de gemeente (zelfsturing 3.0). Peel en Maas is een koploper op het gebied van participatie.
Wat gebeurde er precies?
De gemeente Peel en Maas ontstond in 2010 uit een fusie van de gemeenten Helden, Kessel, Maasbree en Meijel. Peel en Maas telt nu elf kernen en totaal zo’n 43.000 inwoners.
In de jaren tachtig zag de besluitvorming in het huidige Peel en Maas er nog heel anders uit. Besluiten werden genomen door de gemeente en als voldongen feiten gepresenteerd aan de bewoners. Dit leidde vaak tot verhitte discussieavonden met bewoners die zich onvoldoende betrokken voelden. Deze bestuursstijl veranderde midden jaren negentig, toen leefbaarheid in de verschillende dorpen steeds meer onder druk kwam te staan. Zo verdwenen allerlei voorzieningen, zoals het postkantoor, de bibliotheek en de huisartsenpraktijk.
Het gemeentebestuur van Helden besefte dat het roer om moest. In de Ontwikkelingsvisie 2000 presenteerde zij daarom het idee van zelfsturing, als kernwaarde voor beleid en handelen van gemeente en gemeenschappen. Deze kernwaarde werd al snel overgenomen door de andere gemeenten binnen de regio Helden, en zou uiteindelijk worden bekrachtigd bij de gemeentelijke fusie tot Peel en Maas in 2010.
Geïnspireerd door de Ontwikkelingsvisie van de gemeente Helden, gingen vanaf 2000 steeds meer dorpsoverleggen in Peel en Maas aan de slag met leefbaarheidagenda’s en dorpsontwikkelingsvisies. Deze dorpsoverleggen - door de gemeente gefinancierde overlegstructuren (vaak stichtingen) voor en door inwoners - zijn een belangrijk contactpunt tussen bewoners en gemeente. De dorpsoverleggen hebben geen uitvoerende functie maar stimuleren al jaren de samenwerking tussen actieve bewoners in de vorm van gestructureerde themawerkgroepen, bijvoorbeeld op het gebied van wonen, welzijn en veiligheid.
De eerste voorstellen die de dorpsoverleggen in de beginjaren 2000 deden waren nog vooral gericht op fysieke projecten, zoals de bouw van een gemeenschapshuis, een school of de verfraaiing van het dorpsbeeld (zelfsturing 1.0). Vervolgens zorgde de gemeente dan voor de realisatie daarvan. Vanaf 2003 gingen de dorpsoverleggen ook aan de slag met sociale projecten. In het project ‘Leven in het Dorp’ namen bewoners zélf de regie over allerlei sociale initiatieven, vooral gericht op het ondersteunen van ouderen en mensen met een beperking (zelfsturing 2.0). Het project leidde in dorpskern Grashoek onder andere tot eetpunten, informatieloketten, dorpsvervoer en hulp in de huishouding. Onder het motto ‘Samen sterk’ ging dorpskern Beringe over tot het bundelen van kennis en capaciteit voor de ontwikkeling en beheer van gebouwen, waarvoor in 2013 zelfs een dorpscoöperatie werd opgericht. In dorpskern Kessel realiseerde een projectteam van bewoners de restauratie en herbestemming van Kasteel de Keverberg.
Tijdens zelfsturing 2.0 veranderde de rol van de gemeente verder richting het faciliteren van bewoners om deze sociale projecten uit te kunnen voeren: van beleidsbeïnvloedende participatie naar zelfredzame participatie. Het onderscheid in eigenaarschap (‘Wat is van de gemeente en wat is van de bewoners?’) werd steeds scherper gemaakt. Burgers bepaalden samen in de dorpsoverleggen wat ze zelf als gemeenschap konden oppakken en voor welke onderdelen ze hulp en ondersteuning van gemeente of maatschappelijke organisaties nodig hadden.
Sinds 2017 focussen de dorpskernen zich ook steeds meer op hun ‘mentale staat’: zelfsturing 3.0. Hierbij staan vragen centraal als: hoe groeien kinderen en jeugd op in ons dorp? Hoe leven en wonen generaties samen? Hoe kunnen verenigingen samenwerken? Wat voor dorp willen we over 10 jaar zijn? Bewoners kregen binnen deze vraagstukken meer eigenaarschap over taken die voorheen tot de gemeente behoorden. Ook kregen zij – binnen de vastgestelde kaders van de gemeente – meer financiële autonomie om initiatieven te ondernemen. Met deze nieuwe generatie zelfsturing is de Limburgse gemeente Peel en Maas een koploper in Nederland op het gebied van burgerparticipatie.
Meer weten over Zelfsturing gaat niet vanzelf
Loslaten in vertrouwen. Dat was de spannende titel van het indrukwekkende en omvangrijke rapport dat de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) eind 2012 publiceerde. Het rapport kwam met een belangrijke boodschap: “Een nieuwe overheid weet zich afhankelijk van de kennis en ervaring die in de samenleving aanwezig is. Die overheid laat dus niet alleen uitvoeringstaken los, maar is ook bereid daarbij de benodigde bevoegdheden en verantwoordelijkheden over te dragen.” (ROB, 2012).
Dit sloot aan bij de toen verschuivende aandacht van de beleidsbeïnvloedende naar de zelfredzame participatie. Bij dat laatste laat de overheid traditionele overheidstaken los en doet zij een groter beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de samenleving en nemen burgers de uitvoering van deze taken (vaak onbetaald) van haar over (zie ook venster Participatiesamenleving). Naast de zelfsturing in Peel en Maas zijn het groenonderhoud van bewoners van de Rotterdamse Schepenstraat en het ontstaan van lokale Buurtpreventie daar voorbeelden van (zie vensters Right to Challenge en Buurtpreventie).
Dat overdragen van overheidstaken aan bewoners en instellingen kan gebeuren uit noodzaak (tot bezuinigingen) of uit overtuiging (het minder willen reguleren, meer uitgaan van de kracht van de samenleving). Hoe dan ook, het gaat niet vanzelf. Het vraagt iets van de overheid en van de bewoners
Wat moet er bijvoorbeeld in een gemeente gebeuren om verantwoordelijkheden over te kunnen dragen? Hoe zorg je ervoor dat verantwoordelijkheden structureel worden overgedragen? Vertrouwen en loslaten zijn hierbij centrale begrippen. In een medialandschap dat inzoomt op incidenten, raadsleden die eisen dat de incidenten worden aangepakt en welzijns- en zorgwerkers die vanuit hun perspectief de problemen willen oplossen, is het een uitdaging om meer eigen verantwoordelijkheid bij burgers neer te leggen. Dit vraagt nieuwe vaardigheden en rollen van zowel bestuurders, raadsleden en ambtenaren. Raf Janssen (wethouder Peel en Maas) verwoordt het als volgt: “Als wethouder moet je leren om niets te doen”.
Het geven van helderheid aan bewoners is een belangrijk vereiste om zelfsturing mogelijk te maken en overheidstaken over te dragen. Het is van belang om een helder onderscheid te maken in (het eigenaarschap van) de taken: de gemeente Peel en Maas onderscheidt hierbij het ‘openbaar domein’ en het ‘publiek domein’. In het openbaar domein ligt het eigenaarschap bij de inwoners; zij zijn aan zet. Hier gaat het over zelfsturing, waarbij er veel overleg is tussen inwoners onderling. De rol van de overheid is eventueel ondersteunend en gericht op overeenstemming. Denk aan de organisatie van de carnavalsoptocht of het gemeenschapshuis dat door burgers zelf wordt geëxploiteerd, waarbij voor de bouw een investeringsbijdrage werd gevraagd van de overheid.
In het publieke domein zijn instellingen en de overheid aan zet. Dit is de systeemwereld van de overheid. Hierbij richt de rol van de overheid zich erop om de burger (hooguit) te laten participeren (burgerparticipatie). Hierbij kan worden gedacht aan de inzet van politie, maar ook het uitvoeren van de Wmo of het maken van plannen voor ruimtelijke ontwikkeling. Door duidelijkheid te geven weten bewoners wanneer ze naar hun buren moeten stappen in plaats van naar de wethouder, en weten ook ambtenaren waar zij aan toe zijn.
Het vraagt ook iets van de bewoners, uiteraard. Als mensen zelf dingen moeten gaan regelen, moeten ze daar in de eerste plaats de middelen en ruimte voor hebben (of krijgen). Empowerment gaat over de vraag of burgers zich voldoende gesteund en bekrachtigd voelen om publieke taken over te nemen: hebben zij voldoende toegang tot middelen zoals geld, kennis en (sociale) netwerken om taken en verantwoordelijkheden over te nemen? En hebben zij überhaupt de bereidheid en motivatie om hiermee aan de slag te gaan? Bij het structureel overdragen van taken en verantwoordelijkheden spelen deze empowerment-vragen een belangrijke rol: overheden hebben een actieve verantwoordelijkheid bij het ‘in de kracht zetten’ van haar burgers.
Tot slot vergt de overgang naar zelfredzame participatie en zelfsturing dat overheden bereid zijn om meer beleidsbeïnvloedende participatie te accepteren. Uit lokale ervaringen in de gemeenten Emmen en Berkelland is gebleken dat burgers zich beledigd en benauwd kunnen gaan voelen door een selectief overdragende overheid: wél klusjes moeten doen om bezuinigingen op te vangen, maar geen bemoeienis met overheidsbeslissingen over dure voorzieningen en grote projecten. Het is daarom belangrijk dat overheden zich hiervan bewust zijn wanneer zij via zelfredzame participatie en zelfsturing een groter beroep willen doen op de eigen verantwoordelijkheid van burgers. Dit betekent trouwens niet dat álle burgers per se de behoefte zouden hebben om ook daadwerkelijk invloed uit te willen oefenen: het gaat er meer om dat ze dat moeten kunnen áls ze dat zouden willen.
Meer lezen en bronnen
- Custers, J., & Schmitz, G. (2012). Zelfsturende vitale gemeenschappen: Ervaringen van de Proeftuin Zelfsturing. Utrecht: Eburon Uitgeverij B.V.
- Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. (2013). Werken aan burger nabijheid: Handreiking voor structurele samenwerking met uw inwoners bij burgerparticipatie en overheidsparticipatie. Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
- Raad voor het openbaar bestuur. (2012). Loslaten in vertrouwen : Naar een nieuwe verhouding tussen overheid, markt én samenleving. Den Haag: Raad voor het openbaar bestuur.
- Van Houwelingen, P., Boele, A. *& Dekker, P. (2014). Burgermacht op Eigen Kracht? Een Brede Verkenning van Ontwikkelingen in Burgerparticipatie. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
- Omroep P&M. (2017, 2 april). Professoren over het succes van zelfsturing in Peel en Maas [Video]. YouTube.
- Het CLEAR-model biedt houvast voor (analyse van) de bewoners-vereisten: Lowndes, V., Pratchett, L., & Stoker, G. (2006). Diagnosing and remedying the failings of official participation schemes: The CLEAR framework. Social policy and Society, 5 (2), pp. 281-291.
Lessen
- Zorg er allereerst voor dat gemeenteorganisatie er klaar voor is om verantwoordelijkheden over te dragen. Overheden hebben een actieve rol om zelfsturing mogelijk te maken. Kijk daarom kritisch naar de eigen gemeenteorganisatie en beslis in welke mate taken over te dragen zijn, er echt losgelaten kan worden.
- Identificeer de belangrijke partners in de gemeenschap. Welke mensen of partijen zijn echt gecommitteerd om publieke verantwoordelijkheden over te nemen? Organiseer informele bijeenkomsten met deze potentiële partners en bespreek met hen op welke thema’s de samenleving verantwoordelijkheden van de overheid zou kunnen en willen overnemen. Dit is een gezamenlijke zoektocht.
- Wanneer blijkt dat er vertrouwen is tussen gemeente en bewoners, kan op kleine schaal worden geëxperimenteerd met het conceptplan voor zelfsturing. Zorg dat er fouten gemaakt mogen worden. Regel daarom ruimte en steun bij bestuurders en/of de raad om met deze taakverschuiving te experimenteren. Als de experimenten goed uitpakken, kun je gaan denken aan een meerjarig afsprakenkader en een flexibel groeiplan. De benodigde overheidssteun per groeifase kan verschillen, dus evalueer regelmatig hoe het gaat en welke (extra) steun of nieuwe afspraken nodig zijn.
Bronnen
De informatie op deze pagina is gebasseerd op de onderstaande bronnen.
Bronnen: Wat gebeurde er precies?
- Beckers, J., Görtz, A., Hilkens, T., Joosten, J. & Kluthausen, J. (2018). Dorpsontwikkelingsplan Baarlo (2018-2021): opgroeien, samen leven en ouder worden in Baarlo. Geraadpleegd op 23 januari 2023.
- Custers, J. (2017). Zelfsturing 3.0: 15 Jaar Gemeenschapsontwikkeling door Zelfsturing in de gemeente Peel en Maas. Peel en Maas: Gemeente Peel en Maas.
- Dorpsoverleg Koningslust. (2023, 5 januari). Over ons. Geraadpleegd op 23 januari 2023.
- Jansen, N. (2022, 9 juni). Gemeente Peel en Maas werkt met Kern Contact Personen aan vitale gemeenschappen. Vereniging Directeuren Publieksdiensten. Geraadpleegd op 21 januari 2023.
- Sterrenberg, L. (2017, 9 mei). Zelfsturing voor het realiseren van leefbaarheid. Platform 31. Geraadpleegd op 23 januari 2023.
- Van Houwelingen, P., Boele, A. en Dekker, P. (2014). Burgermacht op Eigen Kracht? Een Brede Verkenning van Ontwikkelingen in Burgerparticipatie. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
Lees het volgende verhaal